top of page
Interview met schrijfster Angelique Haak

 

In de Delifrance aan de meubelboulevard in the middle of nowhere treffen we elkaar. Angelique, dertiger, goed verzorgde, knappe verschijning praat over haar debuut, “Een nieuw Begin”. Een licht Rotterdamse tongval verraadt haar afkomst.

 

“Ik ben zelf een echte lezer. Ik lees iedere dag; soms maar kwartiertje, half uur, maar wel elke dag. Heerlijk is dat; even tijd voor mijzelf. Ik ben dol op spannende boeken. En nu schrijf ik ze zelf. Ik wil niet zozeer een boodschap uitdragen of een mening verkondigen; dat laat ik lekker aan anderen over. Ik wil gewoon een spannend boek schrijven. Gezien de reacties en recensies is dat ook gelukt en daar ben ik erg blij mee. Het is toch spannend zo’n eerste boek. Er is het afgelopen jaar wel een wereld voor mij opengegaan. Dat er zoveel mensen met lezen bezig zijn en daarover met elkaar in gesprek gaan! Ik zei altijd van mijzelf dat ik veel las, maar als ik zie wat sommige mensen lezen, durf ik dat nu niet meer te zeggen.

 

Mijn boek begint met een quote uit een liedje van the Police. Niet zozeer omdat ik fan ben van ze, maar vooral omdat de tekst zo mooi aansluit bij mijn boek. “Every move you make…I’ll be watching you”. Het is een liefdesliedje maar in mijn boek krijgt die tekst een hele andere betekenis, meer het omgekeerde. Dat vond ik een leuk achtergrondje.

Ik schrijf niet met een vast schema waarin alles van tevoren vastligt. Ik hoorde dat vroeger weleens van schrijvers die zich lieten leiden door het verhaal. Toen begreep ik dat niet; nu wel. In grote lijnen heb ik het verhaal in mijn hoofd, maar verder merk ik dat ik soms hele andere dingen opschrijf dan ik van tevoren bedacht had. Dat is wel heel bijzonder. De plot en de dader stonden vast. Maar dat laatste stukje aan het slot, wat jij zo ontzettend goed vindt, is erbij gekomen.

 

In het boek is Jennifer 13 jaar eerder vertrokken uit Rotterdam; alles en iedereen achter zich latend. Ze belandt uiteindelijk in Groningen. Ik heb die stad genomen omdat ze zo ver mogelijk weg van alles en iedereen wilde zijn. In mijn beleving is Groningen de andere kant van de wereld. Dus vandaar die keuze (lacht). Als het boek begint, keert ze terug naar Rotterdam. Echt mijn stad.

 

Het duistere in de mens spreekt mij wel aan. Een moordenaar die gewoon moordt om te moorden, dat gaat er bij mij niet in; er moet een reden voor zijn. Soms heeft een persoon gewoon twee hele verschillende gezichten. Leuk om die beide kanten te belichten. “

 

[Hij had zich verdiept in de Griekse mythologie en als er een volk was dat alles wist van vergelding, waren het de oude Grieken. Het was een volk dat niet vies was van overspel, maar waar het nooit onbestraft bleef. En nu was hij de heerser, de oppergod die de straffen uitdeelde.]

 

“Wraak is een belangrijk thema. Of ik zelf haatdragend ben? Hahaha, nou als iemand mij iets flikt, dan vergeet ik dat niet. Het is een slechte eigenschap, dat weet ik, maar dat zit wel in mij. Ik kan op zich heel veel hebben van mensen maar als ze op een gegeven moment echt over mijn grenzen heengaan dan is het ook klaar. Dan kan ik daar ook heel lang boos over blijven. Mijn man zegt weleens tegen me, ach joh, dat is nou zoveel jaar geleden, maar ik vergeet dat niet. Soms zeg ik zelfs gekscherend: kijk maar uit, voor je het weet beland je in mijn volgende boek! Je ontkomt er niet aan dat je dingen opschrijft die je soms zelf hebt meegemaakt. Niet de figuur van Jennifer, die staat echt heel ver van me af, gelukkig. Maar zoals bijvoorbeeld de kat, Zmork. Thuis hebben wij exact zo’n exemplaar. Die heeft daar model voor gestaan.

Qua research heb ik me vooral verdiept in posttraumatische stress, angststoornissen en paniekaanvallen.

 

Als ik vanuit de ik-persoon zou schrijven, dan denk ik dat ik er veel meer van mijzelf in zou stoppen. Gewoon gevoelsmatig, omdat je dan wat dichter bij je hoofdpersoon staat. Ik heb bijvoorbeeld weleens verhalen in de ik-vorm geschreven en als ik die dan terugzie, denk ik: ja, dit gaat echt over mijzelf. En Jennifer staat gewoon heel ver van me af. Ik heb het ook nooit overwogen om dit boek in de ik-vorm te schrijven. En bovendien zit er wel een extra risico in om een verhaal in de ik-vorm te schrijven. De mensen moeten dan ook een soort feeling met de ik-figuur krijgen; op de een of andere manier sta je er dan wat dichterbij. En als het dan een persoon betreft die je niet ligt of die persoon doet hele domme dingen, wat je op zich bij Jennifer ook hebt, dan krijg je eerder irritatie als lezer denk ik.

 

Ik heb dit boek niet geschreven met de bedoeling er nog een vervolg op te schrijven. Pas toen mensen na het lezen van mijn boek zo enthousiast waren en mij daarnaar vroegen, ben ik daarover na gaan denken. Omdat ik bij het slot alle eindjes open heb gehouden, zag ik daar wel een mogelijkheid. Op het moment werk ik dan ook hard aan een vervolg, maar daar verklap ik liever nog niet teveel over….

 

Prive ben ik getrouwd met mijn jeugdliefde. Ik was 16 en hij 17 toen we elkaar leerden kennen. We hebben 2 kinderen; lagere school leeftijd, dus best druk af en toe. Ik schrijf als ze op school zitten of ’s avonds. Mijn man is mijn steun en toeverlaat. We vullen elkaar ook mooi aan: hij is extravert terwijl ik meer introvert ben. Laat mij maar op de achtergrond blijven, lekker op mijn zolderkamertje zitten schrijven. Dat vind ik heerlijk”.

Angelique Haak
bottom of page