Interview met Mariska Overman
“Met mijn schrijven heb ik zeker wel een missie; er zit een boodschap in waarvan ik hoop dat die een deel van de lezers zal bereiken. Dat hoeft heus niet iedereen te zijn. Als lezers er gewoon een spannend verhaal in zien, is dat goed. Maar ik hoop dat een deel van de mensen mijn boodschap erin wel oppikt. “Voltooid” is de titel van mijn nieuwe boek. Even dacht ik na over een andere titel “Balans”, maar het is toch deze gebleven. Ben ik wel heel tevreden mee. Voltooid heeft onder meer te maken met voltooid leven; een maatschappelijk relevant thema. Ik wil dat graag bespreekbaar maken en de mensen aan het denken zetten. En dan gebruik ik een spannend verhaal om dat te doen. Het onderwerp is heel genuanceerd en heeft veel implicaties op het maatschappelijk vlak. Dat probeer ik hier wel in te verwerken. Zoals in de film “Amour” van Haneke. Wat die man daar doet is gewoon moord. Dat is geen euthenasie. Als je oud, afhankelijk of psychiatrisch ziek bent, mag je dan maar afgevoerd worden? Wie bepaalt dat dan? Ik vind het best belangrijk dat de mensen dat verschil blijven zien. Want de motieven zullen in veel gevallen heel oprecht zijn en goed bedoeld, maar er is ook een heel groot grijs gebied. En dat vind ik heel eng; als je dat soort dingen toe gaat staan. Er moet op het gebied van zorg en omgang met elkaar toch iets verbeterd worden voordat je naar een oplossing van dood gaat grijpen. Ik heb echter wel gemerkt dat wanneer je kritisch kijkt naar euthenasie je vaak meteen in een hoek gezet wordt bij de Christenfundamentalisten. Dat is bizar. En dan nog? Als dat je argument is? Elk argument is valide. Enerzijds proberen we heel erg om mensen van zelfmoord te weerhouden, maar anderzijds zeggen we: ja, als je zelf dood wil, moeten we helpen. Maar waar zit dan die grens? Wanneer is dan zelfmoord geen zelfbeschikking? Wanneer vinden we dat je moet voorkomen en wanneer moet je helpen? Ik vind dat best ingewikkeld. Voordat je dan allerlei wetten gaat maken, mag daar best heel goed over nagedacht worden. Dat heeft best consequenties. Die gedachte probeer ik een beetje mee te geven.”
Aan het woord is Mariska Overman, zachtjes pratend, voorzichtig formulerend, maar tegelijkertijd erg bevlogen als het onderwerp voltooid leven ter sprake komt. Terwijl ze van huis uit niet religieus is opgevoed, heeft ze na diverse omzwervingen theologie gestudeerd. Om haar hals heeft ze een klein kruisje hangen. Dat geeft aanleiding tot verduidelijking.
“Ik had diverse vragen rondom zingeving. En ook vragen als: is er wel een God, is er niet een God? Tijdens mijn omzwervingen ben ik ook 2 jaar in Frankrijk gaan wonen. Ik was toen vijf, zes en twintig. Daar zat ik op een cursus Frans voor buitenlanders. Was heel erg leuk; zo’n klas vol buitenlanders. Een jongen kwam uit Litouwen. Hij studeerde theologie. Dat was de eerste keer dat ik van die studie hoorde. Hij vertelde daarover en daar is ergens het vlammetje aangewakkerd. En dat is steeds meer gaan groeien. Zo’n 8 à 9 jaar later ben ik zelf theologie gaan studeren. Ik vond het een geweldige studie. Maar in mijn misschien naïeve hoop om antwoorden te vinden, kwamen er alleen maar meer vragen. Door mijn niet-religieuze achtergrond had ik geen last van dogma’s of dergelijke dingen. Dat vond ik een groot voordeel. In de opleiding wordt er nergens gezegd: zo is het. Nee, je wordt zelf aan het denken gezet. Blijf open kijken. Een echte wetenschappelijke benadering. De bijbel wordt tot op de letter uitgeplozen. Dan blijft daar soms niet zo heel veel van over. Tot voor die opleiding had ik best bedenkingen tegen Christenen. Maar juist daar heb ik geleerd dat er grote verschillen tussen zitten. En ook dat heel veel mensen, ook gelovigen, grote twijfels hebben. Dat iets niet leuk is of zelfs verdrietig, betekent niet dat het niet waardevol is. Een van de docenten had ook als spreuk als het over de bijbel ging: ‘Ook al is het niet echt precies zo gebeurd, wil dat niet zeggen dat het niet waar is.’ Dat is een prachtige overweging.”
Daarna gaat het gesprek verder over haar boeken en boeken voorkeur. Las Mariska vroeger vooral literatuur, met name de Russische bibliotheek, later ging ze ook thrillers lezen. Met name R.J.Ellery en Karen Slaughter zijn favorieten. Daarna kwamen er de Scandinaviërs bij, met name Jo Nesbo.
“Die Ellery heeft zoveel moeite gehad om zijn eerste boek uit te geven. Hij heeft wel 25 keer zijn manuscript aan een uitgever aangeboden. Wat een doorzettingsvermogen! En onbegrijpelijk, want die man schrijft zoooo mooi. Niet altijd spannend of vol actie, nee, prachtige zinnen die je bijblijven. Echt heel bijzonder. Ik heb ook niks met zo’n kant en klaar einde waarin meteen alles opgelost is zoals je niet alleen in boeken ziet, maar ook in Hollywood films. Zo zit het werkelijke leven ook niet in elkaar. Soms lopen onderzoeken ook vast; soms krijg je niet overal antwoord op. We mogen rustig ergens over nadenken aan het eind van een boek. De psychologie in een boek, de interactie tussen de personen vind ik steeds interessanter. De mensen moeten ook niet té gelukkig worden in ieder geval. “ [lacht uitgebreid]
“Ik ben dol op muziek. Dansen vind ik ook heerlijk. We gaan regelmatig naar grote muziekfeesten met muziek uit de eighties. Ryan Adams is een van mijn favorieten; Justin Bieber vind ik ook leuk. Ik ben opgegroeid met de Rolling Stones en Fleetwood Mac; heel erg leuk. Muziek is wel heel belangrijk. Als ik schrijf heb ik ook altijd muziek op staan; het liefst lekker hard. “
“Waarom Isabelle zo’n Franse achternaam heeft? [Dieudonneé]? Enkele jaren geleden heb ik een cursus gedaan met healing en zo; behoorlijk zweverig gedoe. Eigenlijk niks voor mij. Maar ik heb er toch wel dingen uit opgepikt. Er zat iemand in die groep, die had als voornaam Dieudonneé. Dat vond ik zo mooi. Ook nog gecombineerd met mijn theologie verleden [note interviewer: Dieudonneé betekent: door God gegeven]. En Isabelle vind ik gewoon een hele mooie naam; zo wilde ik zelf altijd al heten. Toen ik een naam voor mijn hoofdpersoon zocht, heb ik die twee gecombineerd. Mijn dochter heet niet Isabelle, nee. Je moet samen een naam kiezen. Mijn, nu ex-man, wou iets anders. We zijn al sinds 2009 uit elkaar. Sinds 2011 heb ik een nieuwe man, ook met kinderen. Een samengesteld gezin dus. Ik zeg weleens: als je gescheiden bent met kinderen, mag dat best op je cv. Dat zegt namelijk veel over je geduld, flexibiliteit en incasseringsvermogen. Je leert jezelf wel heel goed kennen. De zomervakanties zijn een crime: je ex heeft een nieuwe partner en die heeft ook weer een ex. Organisatorisch vaak een enorm gedoe. Wat als je uit elkaar gaat dan is datgene wat je irriteerde aan de ander niet minder irritant daarna [lacht]. Je gaat niet zonder reden uit elkaar. Sterker nog: je zit niet meer in hetzelfde kamp. Maar in het belang van kinderen moet je daar toch met elkaar uit zien te komen. Gelukkig lukt dat redelijk, maar dat valt niet altijd mee. Naast het feit dat als je kinderen krijgt je toch de ideale gedachte hebt om ze samen groot te brengen. Het gezinnetje, zeg maar. Dat is de uitgangsgedachte. Dat is dus niet gelukt. Dat vond ik ook heftig om te merken. Je voelt je toch falen. De kinderen had ik dat anders gegund. Gelukkig gaat het best goed met ze. Ze hebben veel geleerd en bepaalde vaardigheden ontwikkeld die andere kinderen misschien nog niet hebben. Maar dat past ook wel in het levenseinde: niet alles gaat zoals je wilt; je hebt niet alles onder controle. Je moet als ouder/opvoeder je kinderen voorbereiden op tegenslagen. Het is een harde maatschappij waarin je ze aflevert. Je krijgt collega’s later die je niet leuk vindt, je krijgt misschien een relatie waarin dingen niet altijd goed lopen en daar moet je toch mee om kunnen gaan. Als je als ouder alles voor ze gladstrijkt, leren ze er niks van. Mijn moeder bijvoorbeeld deed heel veel voor me. Als ik iets niet durfde, deed zij dat. Lief bedoeld hoor. Maar het had wel tot gevolg dat toen ik volwassen was, ik zelf niets durfde. Dat heb ik toen mijzelf allemaal moeten leren. Dat heeft heel veel moeite gekost. Dat heb ik met mijn kinderen anders gedaan. Van kleins af aan heb ik ze dingen zelf laten doen; stapsgewijs. Als je nu ziet hoe ze zich in de wereld begeven; het gemak waarmee ze dingen ondernemen, vragen enz. Het is een wereld van verschil. “
“Spijt? Ja, dat heb ik weleens. Niet zozeer van de keuzes die ik gemaakt heb, maar wel dat ik later wanneer ik inzicht kreeg in de dingen zoals ze gebeurden dat ik toen niet eerder in heb gegrepen. Zoals te lang in een slechte relatie blijven zitten ondanks dat je al veel eerder merkt dat het niet werkt. Maar het is lastig als je ergens inzit om dat zo te zien. Ook ben ik binnen een half jaar nadat mijn broertje overleed naar Den Haag gegaan. Hoewel ik dat toen niet zo zag, was dat echt vluchtgedrag. En dat heb ik later vaker gedaan; naar Gran Canaria, naar Frankrijk. Lang leve de lol dacht ik toen. Maar ik heb een motto: beter spijt hebben van dingen die je gedaan hebt, dan spijt van dingen die je niet gedaan hebt.”
Dank je wel, Mariska, voor dit openhartige interview.