top of page

Interview met Mirjam Hildebrand

 

“Dat ik ben gaan schrijven komt voort uit een langdurig ziekbed dat ik heb gehad. Na een blindedarmoperatie ging er van alles mis. Bepaalde zenuwen raakten beklemd en dat gaf vreselijk veel pijn. Het duurde erg lang voor ze erachter kwamen wat er precies mis was. Nieuwe operatie. Toen werden allerlei zenuwbanen beschadigd. Dat gaf ook weer pijn. Gelukkig minder pijn dan beknelde zenuwen. Lange tijd was plat op bed liggen de aangewezen manier om met de pijn om te gaan. Het enige wat ik kon, was op mijn kleine I-padje gaan schrijven. Zo ben ik begonnen. De laatste tijd gaat het gelukkig veel beter met me. Als ik nu ’s middags een uurtje lig en niet elke avond een vol programma heb, gaat het prima. In mijn zelfstandige praktijk (kinderpsychologe, met specialisatie in hoog sensitieve en hoogbegaafde kinderen) kan ik mijn eigen tijd indelen. Mijn schrijven heb ik hierin ingepast. Ruwweg gezegd werk ik in een maand 3 weken in mijn praktijk, en is één week volledig gereserveerd voor het schrijven. Ik heb wel geprobeerd om het schrijven met werken te combineren door bijvoorbeeld ’s ochtends voor het werk een uurtje te gaan schrijven. Maar mijn hoofd had dan geen rust omdat ik dan al  aan degene die om half 10 kwam zat te denken. En na het werk is ook geen optie omdat ik dan leeg ben [lacht hartelijk]. Mijn huidige opzet bevalt mij het beste. Ik schrijf (of werk) ’s ochtends, daarna lunchen en dan even plat. En ’s middags een wandelingetje of zo. Op deze manier hou ik het lichamelijk vol. En nog steeds schrijf ik alles op mijn I-pad. Dat kan ik zelfs wandelend of in de regen, met hoesje erover.”

 

Aan het woord is Mirjam Hildebrand, een ontzettend grappige, leuke en knappe jonge vrouw die enthousiast praat over haar leven en boeken. We hebben afgesproken in het café waar zij vaker zit om er te schrijven. De parallel met J.K. Rowling is gemakkelijk getrokken. Die heeft ook de eerste delen van haar Harry Potter serie geschreven in een Engelse tea room. Mirjam drinkt thee; de fotograaf en ik drinken koffie.  Bewonderenswaardig hoe zij na een aantal medische missers en heel veel pijn de kracht heeft gevonden om die negatieve zaken om te zetten in iets positiefs: het schrijven van prachtige boeken.

 

Mirjam: “Ik ben een dromer, ja. Vroeger in de klas ook al. Het huidige schoolse systeem vind ik ook zeker niet voor iedereen geschikt. Niet stom alleen maar rekenen, maar uitleggen dat je sommen later nodig zult hebben omdat je dan boodschappen moet doen en dergelijke. Dat je snapt waarom je dingen leert. Dat je mag denken en je eigen antwoorden mag verzinnen; en dat er gewoon meer antwoorden goed zijn. Maar ook dat je met materiaal bezig kan zijn. Onderzoekend leren. Mijn voorliefde voor kinderen is er altijd al geweest. Vroeger wou ik al in het onderwijs werken of in een crèche. Tijdens mijn studie heb ik op een kinderdagverblijf gewerkt. Psychologie is een hele leuke studie. Kinderen met autisme vond ik ook heel interessant. Heel idealistisch was dat toen [lacht hartelijk]. Daar ben ik wel een beetje van teruggekomen toen ik in de harde werkelijkheid kwam.”

 

De doelgroep is Young Adults, mijn nichtje van 13 heeft van haar ‘Voorlopers’ genoten, maar ook zelf vond ik het een heerlijk boek. Ik heb de gewoonte om bepaalde leuke of aparte passages in een boek met post-its te markeren om daar in het interview met de schrijver op terug te komen. Mijn ‘Voorlopers’ exemplaar staat vol met deze stickers…

 

Roelant: “Onvermijdelijk komen er stukjes tekst in je boek voor die veel over jou zelf zeggen. Laat ik een voorbeeld geven: “Dat is het voordeel van een vriendje. Doet alles voor je”

[Ze schaterlacht het uit, de fotograaf maakt snel een foto].

 

Mirjam: “Hahaha, ja, ik denk wel dat je op de leeftijd van 15, 16 denkt: dat is lekker makkelijk. In je jonge jaren doe je dat wel af en toe, ja. Het is niet alles, het bestaat uit veel meer dan dat natuurlijk [lacht weer].”

 

Roelant: “Ander voorbeeldje: ‘Als ik niet te veel naar de garnalen kijk maar ze gewoon in mijn mond steek, lukt het best.’ Jij houdt niet van garnalen denk ik dan…”

 

Mirjam: [lachend] ”Dat is heel grappig. In principe hou ik niet van garnalen. Die heb ik moeten leren eten. Ik ben vegetariër van huis uit. Maar van de dokter moest ik op een gegeven moment wel vis gaan eten, omdat ik anders aan bepaalde voedingsstoffen te kort zou komen, met name B12. Toen ben ik vis gaan eten. Een beetje witvis dat gaat nog wel, maar dan komen ze ook een keer met paella. Daar zie je dan die gevallen in, brrrr. Die moet je dan opeten; best wel heftig. Ik had in mijn boek haar eerst lekkere groentes laten eten. Maar dat was echt ík: Ik hou van lekkere groenten. En toen zei mijn redacteur dat een meisje van 15 die mmmm doet bij allerlei groenten niet erg geloofwaardig was. Die zei toen: ze moet ook een beetje moeilijk zijn met eten. En dat ze daarin groeit; dat ze op Precursor meer dingen leert eten. Dat vond ik een goed punt.”

 

Roelant: “Wat ik ook zo’n mooie zin vind: ‘Ik doe niet aan bidden.’ Een mooie manier om aan te geven dat ze niet gelovig is. Jij ook niet?”

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

 

Mirjam: ”Het geloof is natuurlijk best wel een ding. En het is super breed. Emma doet niet aan bidden, en ik ook niet. Maar ik wil me wel met een bepaalde kracht connecten, spiegelen aan dingen en ergens een bepaalde kracht uithalen. Misschien ook een stukje buiten mijzelf; alsof je op een krachtnetwerk wilt inloggen of zoiets. Een Christen zou dat misschien wel als God definiëren. Je zou het ook als moeder aarde of een natuurkracht kunnen zien. Of ik gelovig opgevoed ben? Tja, nou, ehh. Ik ben wel gedoopt en tot mijn 6e gingen we naar de kerk. Voor mij was dat de knutselhoek, hahaha. Ook de Palm Pasen gelopen. Voor het eten of het slapen gaan even een heel kort gebedje. Mooi daarvan is wel het even stil staan bij dat moment: dat we te eten hebben, dat we rustig in vrede kunnen gaan slapen. Dat geeft toch een soort structuur. Dat vind ik er wel heel mooi eraan.”

 

Roelant: “Als psychologe heb je veel interesse in de hersenen en hoe deze werken. Je schrijft in je boek: ‘Bij ons Voorlopers is de epifyse zich gaan beschermen tegen de straling van mobiele telefoons en andere apparatuur om te voorkomen dat hij gaat vergruizen.’ Ben je zelf bang voor de straling van mobieltjes?”

 

Mirjam: [bedachtzaam] “Goede vraag. Ja, ik denk het wel. Ik besef wel dat ik zelf heel vaak met dat ding in mijn handen zit, op mijn schoot, tegen mijn hoofd aan. En, wat weten we er eigenlijk van? Hoe lang bestaat dat nou? Er zijn nog geen lange termijn studies gedaan naar welke invloed dit heeft op mensen, op ziekte, op sterfte. Daar kan ik soms wel benauwd van worden.”

 

Roelant: “Heel mooi om zo’n verontrustend idee terloops bij je boek in te passen. ‘Wij, voorlopers, hebben daar geen last van.’ Daarmee signaleer je impliciet het gevaar voor ons mensen. Dat we ons daar in ieder geval bewust van mogen zijn. Grappig om zo je eigen bezorgdheid in je boek te uiten. Dat zijn diepere lagen waardoor jouw boek ook voor volwassenen een fijne leeservaring kan zijn. Andere quote uit je boek: ‘Het voelt alsof ik in een achtbaan zit die defect is verklaard en achterstevoren heeft ingezet’. Je beschrijft hier de Indiana Jones achtbaan in Disneyland Parijs!”

 

Mirjam: “Hahaha, ja, misschien wel ja. Daar ben ik inderdaad geweest. Dat vind ik hel die dingen. Ik ben helemaal niet goed met achtbanen. Dat gevoel heb ik over willen brengen in mijn boek. [lacht nog harder]. Ik ben ook een keer in six flags geweest in zo’n ding. Toen ging mijn veiligheidsbeugel los terwijl dat karretje omhoog getakeld werd. Ik schreeuwen. Kwam er nog net op tijd zo’n helper omhoog gerend die een harde klap op die beugel gaf. Dat was vlak voordat we gelanceerd werden. Vreselijk! Ik ben klaar met die achtbanen, hahaha. Paarden intrigeren me wel. Ze imponeren me ook; misschien ben ik er een beetje bang voor. Ontzag is het eerder. In mijn boek is er een bijzondere band tussen een paard en Emma. Daar heb ik wel wat research voor gedaan. Ik wil dat mijn boek zoveel mogelijk realiteit zou kunnen zijn. Ik zou het geen science fiction noemen. Dan denk ik altijd aan iets in de toekomst. Mijn verhaal speelt zich af in het hier en nu. De samenwerking met mijn uitgever, Kluitman, is heel prettig. Was er eerst sprake van een voorlopige samenwerking, nadat ik een avond mee was gegaan naar een soort boekenbal voor young adults kreeg ik de volgende morgen meteen een contract. Het is een heerlijk gevoel dat ze zoveel vertrouwen in me hebben.”

 

Roelant: ”Het is ook geweldig voor een uitgever om een schrijver zoals jij in hun fonds te hebben. Daar kunnen ze mee voor de dag komen in DWDD of een ander programma: jong, een spring in het veld, ongeleid projectiel…”

“Spontaan, bedoel je”, corrigeert mijn fotograaf me. [hilariteit alom].

Roelant: “Dat bedoel ik natuurlijk.”

 

Dank je wel Mirjam voor dit ongelooflijk gezellige interview.

Ook veel dank aan fotograaf Marluc.

 

Roelant de By

bottom of page